De Tao van de Cigale

In Zuid-Frankrijk kroop op de campingtafel – die ik net voor de lunch wilde gaan dekken – een uiterst onooglijk beestje, dik en een beetje slijmerig, alles behalve aaibaar. Mijn lief (die dol is op Lord of the Ring-films) pakte het voorzichtig op en zette het bij de boom. Langzaam kroop die engerd naar boven. Vlak naast een raar leeg hulsje hield hij halt.

Tijdens onze lunch hielden we met een half oog in de gaten of onze lelijkerd er al vandoor was, maar nee, het bleef precies daar waar het gestopt was en verroerde geen vin. Tot we ontdekten dat hij weliswaar niet bewoog, maar dat er wel degelijk iets gebeurde diep van binnen.

Eerst veranderde de huid in de kleur van de lege huls ernaast. Vervolgens priemde zich rugwaarts iets levends naar buiten, iets met oogjes, met een mondje, fris lentegroen van kleur en oh zo teer. En het groeide door tot we bang waren dat het ruglinks naar benee zou kukelen.

Dat deed het niet. Als een acrobaat richtte het zich op en pakte de boom. En voor mijn neus ontvouwden zich twee prachtige vleugels.

Dit wonder voltrok zich in vier uur. Het was alsof ik in de spiegel van mijn eigen bestaan keek. Ik was toch echt getuige van dit mysterie geweest, maar begrijpen deed ik het geenszins. Die avond lukte het om niets van mijn eigen bestaan te hoeven begrijpen en genoot ik van het oorverdovende en tegelijk zo rustgevende getjirp van de cigale op zoek naar de liefde.