er was eens jongen met prachtige dromen
hij stopte ze allemaal in een doosje
het doosje verborg hij op een geheime plek
die niemand zou kunnen vinden
onder de lindeboom
daags als de zon opkwam
scheen de zon op zijn dromen
op het heetst van de dag gaf de Lindeboom schaduw
en steeds voordat de zon ging slapen
zeiden de laatste zonnestralen zijn dromen welterusten
de jongen werd ouder en begon met zijn volwassen leven
hij leefde en leefde en dat ging sneller dan gedacht
zijn ooit golvende zwarte haardos werd al aardig grijs
en van een dos kon je ook niet meer spreken
hij keek in de spiegel en dacht: waar is al die tijd ineens gebleven?
en toen herinnerde hij zich zijn doosje
welke dromen hij daarin bewaard had wist hij niet meer
maar hij wist nog wel dat ze geweldig waren.
en precies dat wat hij van het leven wilde
hoe had hij ze kunnen vergeten?
opgetogen ging hij naar de lindeboom
die, zo leek het, al die tijd geduldig op hem had gewacht
hij pakte zijn schop en stootte al snel op het doosje
gelukkig, het was er nog!
maar toen hij vol verwachting het doosje opende
bleek er van al zijn dromen niets meer over
hij keek naar de einder en zag dat het avond werd

